09-05-2018
09-05-2018

nederlands versus spaans erfrecht




Vraag
Wij zijn een jong gezin, echtpaar met twee minderjarige kinderen. Drie van onze vier ouders leven nog en mijn vrouw en ik hebben allebei broers en/of zusters met afstammelingen. We hebben en houden de Nederlandse nationaliteit en we wonen nu bijna een jaar in Valencia om hier te werken en dus vooralsnog te blijven. Nu we een beetje ingeburgerd zijn, horen en lezen we regelmatig, dat je toch vooral een testament moet maken en voor Nederlands erfrecht kiezen. Een deugdelijk argument voor die stelling ben ik nog niet tegengekomen, ook niet in jullie publicaties. Wij vinden Spanje een heel modern land, Valencia een prachtige stad en het werk bevalt. Spanje heeft toch zeker geen derderangs erfrecht, maar wat deugt er niet aan. Of waarom is Nederlands erfrecht zo veel beter. Graag antwoord om ons mogelijk uit onze droom te helpen.

Antwoord
Wij delen uw mening, waar die over Spanje en Valencia gaat. Ook de observering dat het erfrecht hier niet derderangs is, beamen wij. De belangrijkste drijfveer om een testament te maken is voor veel mensen die een partner hebben, “het beschermd achterlaten van de partner”. Een ander veel gehoord argument is “het zelf beschikken, wat naar wie gaat”, partner, afstammelingen, overige familie/vrienden, goeddoelinstellingen etc. Voor iemand die gehuwd is en kinderen heeft (uw situatie) biedt het Nederlandse erfrecht de mogelijkheid om de huwelijkspartner optimaal beschermd achter te laten na het eerste overlijden. Die mogelijkheid bestaat in het Spaans erfrecht niet. Ter verduidelijking geven we een voorbeeld met getallen.

Nederlands echtpaar, “in gemeenschap van goederen” gehuwd, twee minderjarige kinderen, heeft een gemeenschappelijk vermogen van 300.000,-.€. Dit is als volgt opgebouwd: huis 250.000,-.€, auto 10.000,-.€, inboedel 20.000,-.€ en spaargeld 20.000,-.€. De woonplaats is Valencia. Wanneer de man, zonder een testament gemaakt te hebben, overlijdt, is het Spaanse erfrecht van toepassing!
Resultaat: De weduwe ontvangt haar aandeel in de ontbonden gemeenschappelijke boedel, dus een waarde van 150.000,-.€. Uit de nalatenschap van haar man ontvangt ze 1/3e deel, dus 50.000,-.€ in vruchtgebruik. De kinderen ontvangen het restant, dus (samen) 100.000,-.€ in voleigendom en het blooteigendom van de waarde van 50.000,-.€ zijnde, het deel waarvan moeder het vruchtgebruik heeft.
Mocht overledene een testament volgens Spaans recht gemaakt hebben, dan kan van de 100.000,-.€ maximaal de helft aan de langstlevende vermaakt worden. Het aandeel van de kinderen nog sterker beperken is in strijd met de bepalingen inzake de “legitieme” in dit land. Indien de weduwe het huis wenst te verkopen, dan dient ze van de rechter toestemming te bemachtigen voor verkoop, in verband met het aandeel van de (minderjarige) kinderen in de woning. Van de verkoopopbrengst dient het aandeel van de kinderen bovendien weer separaat belegd en geadministreerd te worden.

Nu gaan we ervan uit dat de man wél een testament gemaakt heeft, met de volgende inhoud: “Ik herroep alle eerder gemaakte wilsbeschikkingen en bepaal dat het Nederlandse erfrecht van toepassing zal zijn op de verdeling en op de afwikkeling van mijn nalatenschap”. Nederlands erfrecht is van toepassing!
Resultaat: De verdeling is nu zodanig dat de weduwe het volledige bezit van de nalatenschap ontvangt. Dus naast haar aandeel in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap (150.000,-.€) ontvangt ze de andere 150.000,-.€ ook in bezit. Aan de kinderen komt toe een vordering in geld uitgedrukt, welke wordt vastgelegd in een schuldbekentenis. De omvang van de vordering is (nu er twee kinderen zijn) 50.000,-.€ per kind. De schuld van de langstlevende, als in dit stuk vastgelegd, is eerst opeisbaar na haar overlijden en onder bijzondere omstandigheden die vóór die datum optreden (b.v. faillissement). Langstlevende is volkomen vrij in de wijze waarop ze over het totale vermogen beschikt.
< >